Contact tussen grootouders en kleinkinderen: het belang van fysieke objecten

Deze studie onderzoekt hoe fysieke objecten en technologieën de band tussen grootouders en kleinkinderen kunnen versterken, zelfs als ze ver van elkaar weg zijn. Het idee van "consitutive nonhumans" (d.w.z. voorwerpen of technologieën die belangrijk zijn voor menselijke interactie en communicatie, zoals een telefoon of een knuffel) staat hierbij dus centraal. Deze objecten en technologieën helpen om contact te maken en te houden tussen grootouders en kleinkinderen. Uit dit onderzoek met 10 grootouders (60-75 jaar) en 10 kleinkinderen (6-11 jaar) in twee Europese landen blijkt dat deze objecten emoties en contact beïnvloeden, soms op een goede manier en soms op een minder goede manier.

• Deze studie onderzoekt de rol van fysieke objecten bij contacten over een lange afstand tussen grootouders en hun kleinkinderen. Deze objecten kunnen bijvoorbeeld een telefoon, muziekinstrument of knuffel zijn.
• Ondanks de verhoogde toegang tot communicatietechnologie hebben sommige grootouders en kleinkinderen moeite om contact te leggen via bijvoorbeeld telefoongesprekken of gesprekken via een tablet.
• Wanneer er contact is gelegd tussen de grootouders en kleinkinderen, proberen ze vaak de emotionele band te versterken door over alledaagse dingen te praten.
• Contact en verbondenheid tussen grootouders en kleinkinderen wordt beïnvloed door vertrouwdheid met de objecten en technologieën die ze gebruiken om te communiceren (zoals een telefoon of tablet).
• De aanwezigheid van deze fysieke objecten kan de communicatie tussen grootouders en kleinkinderen stimuleren, zelfs zonder dat ze met elkaar spreken.
• De mate van vertrouwdheid met de objecten bepaalt vaak hoe aangenaam de communicatie tussen grootouders en kleinkinderen is.
• Gebrek aan vertrouwdheid met de objecten kan negatieve effecten hebben op communicatiepogingen tussen grootouders en kleinkinderen