De Snap Map: gevolgen van sociale monitoring via Snapchat

Jongeren gebruiken vaak sociale netwerksites zoals Snapchat om het gedrag van andere jongeren te monitoren, bijvoorbeeld via functies zoals de ‘snap map’. Dit onderzoek bij 16- tot 25-jarigen toont aan dat voornamelijk jongeren met een hogere nood aan populariteit het gedrag van anderen monitoren via Snapchat. Bovendien bleek dat het monitoren van anderen via Snapchat smet gevoelens van eenzaamheid en depressie, vooral als men bang is om iets te missen (FoMo).

• Gemiddeld genomen deden deelnemers zelden aan sociale monitoring op Snapchat (bijvoorbeeld locaties van Snapchat vrienden bekijken, kijken wanneer iemand laatst online was en/of je bericht al geopend heeft,…).

• Sociale monitoring via Snapchat is geassocieerd met gevoelens van eenzaamheid en depressie. Wie vaker het gedrag van anderen monitort via de app, vertoont meer van deze symptomen.

• Mensen die een hogere nood hebben om populair te zijn, doen vaker aan sociale monitoring via Snapchat.

• De angst om iets te missen (FoMo, Fear of Missing out) speelt een belangrijke rol: FoMo heeft een mediërende rol tussen de sociale monitoring via Snapchat en gevoelens van eenzaamheid en depressie. Er is dus geen directe relatie tussen sociale monitoring via Snapchat en mentale gezondheid, maar er is wel een indirecte relatie: sociale monitoring via Snapchat kan FoMo veroorzaken, wat op zijn beurt kan leiden tot gevoelens van eenzaamheid en depressie.

• De onderzoekers concluderen dat het belangrijk is voor mensen om zich bewust te zijn van hoe ze sociale media gebruiken. Veel tijd besteden aan het monitoren van anderen kan leiden tot gevoelens van eenzaamheid en depressie. Bovendien is het belangrijk om via mediawijsheid interventies jongeren te leren hoe ze moeten omgaan met gevoelens van FoMo.