Hoe tieners denken over privacy en gegevensbescherming op sociale media

Deze studie onderzoekt hoe tieners denken over de bescherming van hun gegevens op sociale media, en welke factoren dit beïnvloeden. Terwijl voorgaande studies naar dit thema voornamelijk het privacybeheer van tieners bestudeerden (dus hoe een individu zelf zijn privacy wil beschermen), bestudeert deze studie daarnaast ook wat tieners hun attitude is ten opzichte van de gegevensbescherming van anderen (vb. wetgeving rond gegevensbescherming). Er wordt gekeken hoe volgende drie factoren een impact hebben op deze twee zaken: privacygeletterdheid, privacybezorgdheid en het gevoel van controle over hun gegevens. Uit het onderzoek blijkt dat al deze factoren een positieve invloed hebben op hoe tieners denken over gegevensbescherming. Er is geen verschil in de sterkte van deze factoren tussen jongens en meisjes bij privacybeheer, maar er zijn wel enkele verschillen in hun houding tegenover gegevensbescherming.

• Privacybezorgdheid als belangrijkste voorspeller
  Privacybezorgdheid blijkt de sterkste factor te zijn in zowel hoe tieners hun privacy beheren als in hun houding tegenover gegevensbescherming. Tieners die zich meer zorgen maken over hun privacy, ondernemen meer acties om hun privacy te beschermen en hechten meer waarde aan maatregelen om hun gegevens te beveiligen.
• De drie factoren verklaren meer van privacybeheer dan van tieners hun attitudes ten opzichte van gegevensbescherming
  Het voorkomen van privacy management wordt met 27% verklaarde variantie behoorlijk wat verklaard door privacy geletterdheid, privacybezorgdheid en gevoel van controle over gegevens. Tieners hun attitude ten opzichte van gegevensbescherming wordt slechts door 17% verklaard door die drie factoren. Hier spelen heel wat andere factoren die niet bevraagd werden in deze studie dus ook nog een rol.‍
• Invloed van privacygeletterdheid en controle over gegevens
  Privacygeletterdheid en het gevoel van controle over persoonlijke gegevens hebben een positieve invloed op privacybeheer en de houding tegenover gegevensbescherming. Deze factoren zijn echter belangrijker voor privacybeheer, omdat dit vaak directe acties van tieners vereist, terwijl gegevensbescherming meer op externe regelgeving berust.‍
• Samenhang tussen privacybeheer, -zorgen en controle
  Er zijn duidelijke verbanden tussen privacybeheer, privacybezorgdheid en het gevoel controle te hebben over eigen gegevens. Tieners die meer controle over hun gegevens ervaren, beheren hun privacy beter. Privacygeletterdheid heeft echter geen sterke relatie met controle over gegevens of privacybezorgdheid.‍
• Verschillen tussen jongens en meisjes
  Hoewel jongens en meisjes vergelijkbare factoren hebben die hun privacybeheer beïnvloeden, verschillen ze in hoe die factoren hun houding tegenover gegevensbescherming bepalen. Bij meisjes zijn privacybezorgdheid en gevoel van controle over gegevens van invloed, terwijl bij jongens privacygeletterdheid en bezorgdheid belangrijker zijn. Dit toont aan dat er gender-specifieke benaderingen nodig zijn om effectief bewustzijn over privacy te vergroten.‍
• Kwetsbare groepen lopen risico
  Tieners met minder privacyvaardigheden en een lager gevoel van controle over hun gegevens zijn minder geneigd om hun privacy te beheren en hebben lagere verwachtingen ten opzichte van anderen om hun data te beschermen. Zij vinden de GDPR-wetgeving ook minder belangrijk. Gelukkig werkt de GDPR voor ieder individu op eenzelfde manier, en is die niet minder van toepassing bij personen zonder privacyvaardigheden. ‍
• Behoefte aan aanvullende regelgeving
  De resultaten tonen aan dat individuele privacybeheerpraktijken vaak niet voldoende zijn. Tieners die al vaardig zijn in privacybeheer ondersteunen gegevensbeschermingsmaatregelen, maar kwetsbare groepen – die hier het meeste baat bij zouden hebben – zijn minder positief hierover. Dit wijst op de noodzaak om institutionele bescherming te versterken en extra ondersteuning te bieden aan minder vaardige groepen.