Jongeren sturen sexts sneller ongevraagd door als ze persoon niet als slachtoffer zien

Via een enquête bij 1343 Belgische jongeren bekeken onderzoekers in welke mate jongeren gewillig deelnemen aan het ongevraagd doorsturen van sexts. Het al dan niet geloven in het slachtofferschap (op basis van verantwoordelijkheid en persoonlijkheid) bepaalt de bereidheid van jongeren om mee te doen aan het doorsturen van sexts, ongeacht het geslacht van het slachtoffer. De resultaten benadrukken dat educatieve programma's zich moeten richten op dadergerichte strategieën.

• Het ongevraagd doorsturen van intieme berichten komt vaak voor onder jongeren. Ongeveer 15.1% van de laat-adolescenten en 9.1% van de jongvolwassenen doet hieraan.
• Mensen die geloven dat slachtoffers zelf schuldig zijn aan NCFS zijn eerder geneigd om ongevraagd intieme berichten door te sturen.
• Deze overtuigingen spelen een rol ongeacht het geslacht van het slachtoffer.
• Het ongevraagd doorsturen van intieme berichten lijkt op het delen van wraakporno en wordt gedreven door geloof in schuld van het slachtoffer.
• Victim blaming gaat over het benadrukken van verantwoordelijkheid en persoonlijke eigenschappen van het slachtoffer.
• Het geloven in slachtofferschap wordt beïnvloed door wat mensen denken dat hun vrienden en ouders geloven.
• Mannelijke en laat-adolescente respondenten zijn meer geneigd tot victim blaming.
• Het onderzoek benadrukt dat preventieprogramma's zich moeten richten op daders en niet op slachtoffers. Ook het aanpakken van vooroordelen over NCFS is van belang.